|
|||||||||
|
Laat ik het maar meteen toegeven: er zijn weinig dankbaarder opdrachten te bedenken dan het schrijven van een recensie van een nieuwe plaat van Bruno Deneckere. Dat heeft zo zijn redenen en de voornaamste daarvan, is de vaststelling dat Bruno al jarenlang kwaliteit aflevert, zelfs in die mate, dat ik hem ervan verdenk niet eens in staat te zijn een slechte plaat te maken. Tel daarbij ’s mans hoogst aangename persoonlijkheid -al is hij misschien een tikkeltje te verlegen- die er live telkens weer in slaagt zelfs de meest verstokte fans enkele kippenvelmomenten te bezorgen en het feit dat hij deel uitmaakt van wat je stilaan De Gentse Scene mag noemen en je komt in de buurt van wat het begin van een verdiende reputatie is geworden. Op deze nieuwe plaat, waarvan alvast het hoesje meteen je aandacht trekt omdat het het jongere broertje is van dat van “Walking on Water”, wordt Bruno omringd door een gouden trio: HT Roberts, Bart Vervaeck en Nils De Caster kennen Bruno’s songs door en door, ze voelen zijn manier van zingen en fraseren blindelings aan en dus kunnen ze vrijuit hun ding doen. Daarbij maken ze gebruik van een heel arsenaal aan snaarinstrumenten, van viool en lap steelgitaar tot pedal steel, bas en mandoline en wat meer is: elk van hen kan moeiteloos de harmonieën uit de strot schudden, die elk nummer nodig heeft. Een Band met vier excellente instrumentalisten en vier knappe samen-zingers, dat heeft eigenlijk maar één ander element nodig om te schitteren en dat zijn goeie songs. Laat dat nu net zijn waar Bruno in de loop der jaren niet minder dan uitmuntend is geworden en je weet dat het ook deze keer weer volop “prijs” zal zijn. Het dozijn nummers van deze plaat opent met een heerlijk instrumentaaltje: “Take me to the Market” is voor het viertal wellicht niet meer dan een opwarmertje, maar aanstekelijker dan dit worden ze zelden gemaakt. Je wordt meteen blij, zodra je nog maar aan de beluistering begint. Volgt dan: de titelsong met een andere titel: “Some People Call It Poison” wordt aangevuld met “Others Call It Healing Water”. Dat laat alvast aan duidelijkheid niet veel te wensen over: het gaat over de al dan niet vermeende geneugten van de drank en de daaraan verbonden gevolgen. Met “Run to Mexico” gaat Bruno, omringd door heerlijke zang en een fiddlepartij om bij weg te smelten, de filosofische toer op: “one and one is always two and a circle is always round”. Helemaal old skool Country is de aankleding van “How Fast The Hours Disappear”: die pedal steel….jongens toch, zo mooi. “Holy Moly” is dan weer helemaal de mild-ironische Bruno: “don’t ask me to put the leaves back on the tree”. Die stijl komt ook terug in “To me and her and him” en “The First Lie of the Day”-“i’ll be fine without you, i’ll be OK, first lie of the day”: wie in zo weinig tekst zoveel kan vertellen, is een Hele Grote en dat wordt nog eens extra in de verf gezet met afsluiter “Your Quiet Lover”, waarin Bruno -zo denk ik toch- helemaal solo de gordijnen sluit en voor de zoveelste keer bewijst dat hij een onbetwiste meester is in de hedendaagse country-folk. Drie kwartier genieten op hoog niveau, dat is wat “Healing Water” betekent! (Dani Heyvaert)
|